Succes ligt in het verlengde van vergissingen!

Dirk-Jan de Bruin, onze RIC voorzitter, over " iedereen weet dat als je echt wil innoveren, je ook de bereidheid moet hebben om aanvaardbare risico’s (of zoals de Engelsen zeggen: risk appetite) te nemen. Immers, niet alles is maakbaar, wees daar dus eerlijk over! Hij schrijft hierover in Platform O

Innoveren is een behoorlijk breed begrip. In het kader van mijn rol als voorzitter van de Rijks Innovatie Community (RIC) focus ik vooral op ‘taaie’ systeeminnovaties. Waarbij meerdere partijen en disciplines betrokken zijn. Met een mêlee aan verschillende spelers zonder een duidelijke eigenaar of regisseur. Die over ketens (en dus afzonderlijke silo’s) gaan. End-to-end van opzet. Wetende dat 90 procent van de innovaties tot stand komt tussen organisaties en dat techniek in slechts 25 procent van de gevallen de echte driver is; die andere driekwart sociale innovatie. Gericht op waardecreatie, werken vanuit de bedoeling. Vanuit een verbindende overheidsrol waarbij we een appel doen op verantwoordelijkheid. En vooral: simpeler, sneller, efficiënter en beter. In feite: van doing the same things better naar doing new things together with others. Waarbij je in de geest van Albert Einstein eerst groot denkt om dan klein te handelen (think big, start small, act now). Wetende dat je problemen niet moet oplossen op het niveau waarop ze zijn.  

gloeilamp waar rook uit komt

Gaaf verhaal

Sprak in het kader van mijn kennismaking bij de RIC met tal van innovatieprofessionals. Maar ook met mensen uit de ABD-top, vanuit hun vragende rol. Stuk voor stuk inspirerende gesprekken. Van allemaal betrokken experts. Vroeg na afloop van die gesprekken aan mijn gesprekspartners een simpele vraag: ‘Noem mij drie innovaties die succesvol zijn opgeschaald en waar jij met fonkelende ogen op een feestje op zaterdagavond een gaaf verhaal over vertelt’. Waaruit de trots en de passie afstraalt. Vaak bleef het dan behoorlijk stil en moest er na flink doorvragen hard worden gegraven. Overwegend kwam er dan wel wat, maar niet zodanig dat diegene die er dagelijks aan werken (of diegene die zitten te wachten om die innovaties toe te kunnen passen) ze zo uit hun mouw konden toveren. 

We zijn niet gisteren begonnen met innoveren

En ze zijn er wel degelijk, die gave voorbeelden! Denk maar aan Ruimte voor de Rivier (vergroten van de veiligheid van ons rivierengebied: ruimte om snel veel water af te kunnen voeren gelet op risico van overstromingen), P-Direkt (salaris- en personeelsadministratie voor alle 150.000 rijksambtenaren), vooraf ingevulde aangifte (> 200 miljoen gegevens voor 7,3 miljoen particulieren), toepassing handheld Politie (> 60.000 agenten digitaal online), Hansken platform (ondersteuning van opsporingsdiensten bij snel en efficiënt onderzoeken van grote hoeveelheden digitale sporen), tijdelijke noodfonds energie (voorkomen van energieschulden van mensen met een laag inkomen en een hoge energierekening), Open Nederland (heropenen van het sociale leven in Nederland tijdens de coronacrisis) of uitvoeringsorganisatie realisatie huisvesting (het organiseren en bevorderen van huisvestingsmogelijkheden voor personen wiens positie op de woningmarkt is achtergesteld). 

Wall of fame

Interessant is dan om die rode draden uit al die voorbeelden, de toegepaste kernwaarden of leidende principes, het gehanteerde leiderschap, de gecreëerde ruimte, de taal, etcetera, inzichtelijk te maken. De lessons learned – zonder te vervallen in een lijvig handboek soldaat. Maar ook van mislukkingen trouwens! Dat onderstreept het belang om met elkaar een zogenaamde Wall of Fame te gaan operationaliseren. Alles gericht op de Johan Remkes-boodschap: hoe kan het wel? Want het grootste deel van de geïmplementeerde innovaties blijkt een kopie te zijn van vernieuwingen die elders al zijn toegepast: samenwerking, externe oriëntatie en de kennisnetwerken zijn dus cruciaal om vernieuwingen te realiseren. Zonde om steeds weer opnieuw bij Adam & Eva te beginnen

Van kosten & risico’s naar kansen & opbrengsten

Een rode draad kan ik er – ook op basis van mijn jarenlange ervaringen met ingewikkelde innovaties – wel uithalen. In ons huidige denken speelt het begrip risicobereidheid een cruciale rol: de mate waarin we bereid zijn risico’s aan te gaan om onze innovaties daadwerkelijk te kunnen realiseren. Want het lijkt erop dat het vermijden van risico’s in feite ons hoogste doel is. Fouten, incidenten en misstappen worden meer dan ooit razendsnel in de hoek van vermijdbare en verwijtbare zaken gezet. Tekenend is dat alle voor de sturing opgezette dashboards direct in het rood slaan als we te veel risico’s nemen. Waarmee een aversie ontstaat tegen risicovolle besluiten, ook als die risico’s met de juiste bedoelingen en de goede afwegingen worden genomen. En dat terwijl (aanvaardbare) risico’s onlosmakelijk zijn verbonden met waardecreatie en het boeken van vooruitgang. Onze Engelse buren hebben daar een betere term voor bedacht: risk appetite. Wat zoveel impliceert als dat het goed is – ja, zelfs noodzakelijk (!) – om actief op zoek te gaan naar (aanvaardbare) risico’s. Uiteraard doordacht en onderbouwd. En natuurlijk in relatie tot die te verzilveren benefit, dat beloofde land.

Managers only say yes to innovation if doing nothing is a bigger risk!

Het benadrukt nut en noodzaak om als senior-management het grote verschil te onderkennen tussen het reguliere/repeterende en het innovatieproces (iets doen wat we nooit eerder hebben gedaan). Waarbij enerzijds regelruimte wordt gecreëerd en anderzijds bij het aangaan van risico’s expliciet de relatie wordt gelegd met de te genereren voordelen of de output van die innovatie. Heel simpel: zoals we dat anderhalve eeuw al leerde van Oscar Wilde (‘zonder orde kan niets bestaan, zonder chaos kan niets ontstaan’).